Mondiale - De WERELD FEEST!
Hier kan je allerlei quizzen en spelletjes spelen in verband met de wereld.
Informatie over kaarten
Onze buurlanden
Specifieke vragen over onze buurlanden
Werelddelen of continenten, en hier nog meer oefenen op de werelddelen
Nog meer over Europa en de wereld
Herken de schaduw!
Plaats op aarde en hier ook nog
De aarde draait
Klimaat
Over hoe de zon tegenover de aarde staat (ochtend - middag - avond) - verband schaduw
De zon geeft warmte (kort over schuin oppervlak)
Temperatuurverschillen op aarde (heel kort)
is het 's zomers langer licht?
Hier een moeilijk kruiswoordraadsel … Wie kan het invullen? Zonder hints?
En hier nog wat herhalingsoefeningen. Pas op, je kan waarschijnlijk niet alles invullen maar probeer maar!
EXTRA: over vlagjes
Informatie over kaarten
Onze buurlanden
Specifieke vragen over onze buurlanden
Werelddelen of continenten, en hier nog meer oefenen op de werelddelen
Nog meer over Europa en de wereld
Herken de schaduw!
Plaats op aarde en hier ook nog
De aarde draait
Klimaat
Over hoe de zon tegenover de aarde staat (ochtend - middag - avond) - verband schaduw
De zon geeft warmte (kort over schuin oppervlak)
Temperatuurverschillen op aarde (heel kort)
is het 's zomers langer licht?
Hier een moeilijk kruiswoordraadsel … Wie kan het invullen? Zonder hints?
En hier nog wat herhalingsoefeningen. Pas op, je kan waarschijnlijk niet alles invullen maar probeer maar!
EXTRA: over vlagjes
Klimaat
Via deze link vind je het filmpje over het klimaat, dat we in de klas zagen.
1. Pool-en bergklimaat: zijn erg koud, zowel ´s zomers als ´s winters. Slechts kleine, taaie planten, zoals mossen en korstmossen, kunnen er groeien op de weinig plaatsen die niet door sneeuw zijn toegedekt.
2. Het klimaat in de noordelijke wouden kent koele zomers en lange winters met veel sneeuw. Er zijn enorm veel naaldbomen.
3. Het gematigde klimaat heeft warme zomers en zachte winters. Er valt geregeld regen.
4. Het woestijnklimaat is op plaatsen waar het bijna nooit regent. Soms groeit er niets, en soms groeien er wat palmbomen in de buurt van water. (=oase)
5. Tropisch klimaat vindt men aan de evenaar. Heel het jaar is het er heet, en er is geen winter. In sommige streken valt er het hele jaar door regen.
1. Pool-en bergklimaat: zijn erg koud, zowel ´s zomers als ´s winters. Slechts kleine, taaie planten, zoals mossen en korstmossen, kunnen er groeien op de weinig plaatsen die niet door sneeuw zijn toegedekt.
2. Het klimaat in de noordelijke wouden kent koele zomers en lange winters met veel sneeuw. Er zijn enorm veel naaldbomen.
3. Het gematigde klimaat heeft warme zomers en zachte winters. Er valt geregeld regen.
4. Het woestijnklimaat is op plaatsen waar het bijna nooit regent. Soms groeit er niets, en soms groeien er wat palmbomen in de buurt van water. (=oase)
5. Tropisch klimaat vindt men aan de evenaar. Heel het jaar is het er heet, en er is geen winter. In sommige streken valt er het hele jaar door regen.
Hieronder zie je een manier hoe je het klimaat nog verder kan indelen en nog concreter kan beschrijven. Er zijn verschillende manieren om het klimaar verder in te vullen.
In volgorde van afnemende temperaturen op aarde.
De letters A tot en met E geven de hoofdklimaten aan.
A. Tropische regenklimaten.
B. Droge klimaten.C. Gematigde zeeklimaten.
D. Gematigde landklimaten.
E. Poolklimaten.
Een tweede toegevoegde letter geeft een verdere onderverdeling.
w = wintertrocken (met droge winter)
s = sommertrocken (met droge zomer)
f = feucht (met neerslag in alle jaargetijden)
S = Steppe (steppe)
W = Wuste (woestijn)
T = Tundra (toendra)
F = Frost (vorst)
Zo onderscheiden we twaalf klimaten op aarde.
Af. Tropisch regenwoudklimaat (9% van het aardoppervlak)
Aw. Savanneklimaat (11%)
BS. Steppeklimaat (14%)
BW. Woestijnklimaat (12%)
Cf. Noordwesteuropaklimaat (6%)
Cs. Middellandse-Zeeklimaat (2%)
Cw. Chinaklimaat (8%)
Df. Sneeuw-bosklimaat zonder droge perioden (16%)
Dw. Sneeuw-bosklimaat met koude droge winter (5%)
ET. Toendraklimaat (7%)
EF. Sneeuw- en ijsklimaat of soms afzonderlijk onderscheiden:
EH. Hooggebergteklimaat (laatste twee samen 10%)
In volgorde van afnemende temperaturen op aarde.
De letters A tot en met E geven de hoofdklimaten aan.
A. Tropische regenklimaten.
B. Droge klimaten.C. Gematigde zeeklimaten.
D. Gematigde landklimaten.
E. Poolklimaten.
Een tweede toegevoegde letter geeft een verdere onderverdeling.
w = wintertrocken (met droge winter)
s = sommertrocken (met droge zomer)
f = feucht (met neerslag in alle jaargetijden)
S = Steppe (steppe)
W = Wuste (woestijn)
T = Tundra (toendra)
F = Frost (vorst)
Zo onderscheiden we twaalf klimaten op aarde.
Af. Tropisch regenwoudklimaat (9% van het aardoppervlak)
Aw. Savanneklimaat (11%)
BS. Steppeklimaat (14%)
BW. Woestijnklimaat (12%)
Cf. Noordwesteuropaklimaat (6%)
Cs. Middellandse-Zeeklimaat (2%)
Cw. Chinaklimaat (8%)
Df. Sneeuw-bosklimaat zonder droge perioden (16%)
Dw. Sneeuw-bosklimaat met koude droge winter (5%)
ET. Toendraklimaat (7%)
EF. Sneeuw- en ijsklimaat of soms afzonderlijk onderscheiden:
EH. Hooggebergteklimaat (laatste twee samen 10%)